Gedrag, de zwakke schakel in veiligheid?

- Gedrag & Cultuur

 Het paard is de baas

Paul Mc Lean leert ons dat het menselijk brein het resultaat is van een lange evolutie die honderden miljoenen jaren geleden is begonnen. Dat maakt dat we eigenlijk drie delen in ons brein kunnen onderscheiden, die allemaal bij de mens aanwezig zijn:

het reptielbrein, het paardbrein en het mensbrein.

  • Het reptielbrein (hersenstam). Ons oudste brein hebben we gemeen met de reptielen en is zo’n 500 miljoen jaar oud. Het staat in voor primitief, instinctief gedrag.
  • Het paardbrein (of zoogdierbrein, limbisch systeem) is het meest gebruikte deel van onze hersenen (95%). Het is de zetel van emoties, motivatie en sociaal gedrag.
  • Het mensbrein (neocortex, hersenschors) maakt het intelligente denken en bewust handelen mogelijk.


Reflexgedrag wordt aangestuurd door het reptielbrein. Dat is zo goed als niet beïnvloedbaar. Probeer je  hand maar eens niet weg te trekken boven een vlam. Enkel in zeer intensieve training kan dit beïnvloed worden (denk aan soldaten die in oorlogssituaties dingen moeten doen die tegen hun natuur ingaan). 95% van ons gedrag wordt aangestuurd door ons paardbrein. Het regelt veel onbewuste processen, zoals onze emoties, onze persoonlijkheid en een deel van ons geheugen. Ook het orgaan waarmee wij nieuwe dingen leren (hippocampus), zetelt hier. De maturiteit hiervan is vergelijkbaar met een kind van 4 à 5 jaar. Daardoor werkt het vaak ondoordacht, wispelturig en onvoorspelbaar. Het laat zich beïnvloeden door context en door conditionering.

 Ons mensbrein, de neocortex, is heel machtig, maar wel een zwak systeem. Zowel het reptielbrein als het paardbrein zijn machtiger. Daarom doen wij dingen die we achteraf betreuren. Vaak denken we niet na en moeten wij onze drie breinen in het gareel zien te krijgen. Allemaal goed en wel, maar wat kunnen we hiermee om veilig gedrag te bevorderen?

95% van ons gedrag wordt aangestuurd door ons paardbrein

Paul Mc Lean

Deze vijf inzichten helpen jou om beter het gedrag van je medemensen te sturen:

1. Intentie is niet hetzelfde als gedrag

Als je vraagt “Wie is er vanmorgen naar het werk gegaan met de intentie om een ongeval te veroorzaken?” zullen er niet veel mensen “ja” antwoorden. Maar dat wil nog niet zeggen dat er daarom nooit ongevallen gebeuren, veelal door onveilig gedrag. Ik kan er met mijn mensbrein van overtuigd zijn dat roken slecht is voor mijn gezondheid, dat het veel kost en dat het stinkt. Maar daarom slaagt mijn paardbrein, gedreven door gewoonte en associaties er nog niet in om ook daadwerkelijk mee te stoppen. Om gedrag te veranderen zal je dus niet enkel op intentie moeten werken, maar ook op het gedrag zelf. Iemand overtuigen van het nut van veilig werken is dus een goede start, maar geen garantie dat hij of zij dat ook daadwerkelijk doet. 

2. Mensen betrappen

Als we mensen willen overtuigen om veilig te werken, doen we dat meestal via instructies en argumenten. Die spreken ons mensbrein aan en zullen dus een beperkt effect hebben. Als je dit aanvult met (positieve of negatieve) ervaring of consequenties, zal het veel sterker werken. Het paardbrein reproduceert in hoofdzaak dat gedrag dat door de omgeving wordt beloond (of niet wordt bestraft). Een compliment krijgen is een belangrijke positieve ervaring. Of zoals Ken Blanchard het zegt: “Management draait om het betrappen van mensen terwijl ze de juiste dingen doen.

“Management draait om het betrappen van mensen terwijl ze de juiste dingen doen

Ken Blanchard

3. Kopieergedrag

Het is vooral de sociale context die ons gedrag beïnvloedt. Als leidinggevende moet je je realiseren dat mensen vooral onbewust het gedrag van andere mensen imiteren. We zijn sociale wezens, we kijken heel erg naar wat andere mensen om ons heen doen. Vooral in situaties waarin we ons wat onzeker voelen of we niet goed weten wat er nu precies van ons wordt verwacht. Denk dus kritisch na over de bemanning van je projectteam: zorg dat je mensen aan boord hebt die het sociale bewijs vormen voor de rest van je groep. Te beginnen bij jezelf.

4. Al doende

Bij het aanleren van nieuw gedrag, beperk je niet tot theoretische kennis. Die spreekt vooral ons mensbrein aan. Begeleid mensen ook om het gewenste gedrag ook effectief uit te voeren. In eerste instantie op een bewuste manier, daarna volgt de onbewuste manier. Wist je dat we 95% van wat we leren, al doende leren? Concreet kan dit onder meer door:

  • Rollenspel
  • training in een operationele simulatieomgeving
  • gedragsmatige speltrainingen
  • coaching op de werkvloer

5. Herhaling

Ook herhaling is erg belangrijk: als we een (on)veilig gedrag drie tot vier keer herhalen, leidt dit tot een soort verworven gedrag. Het wordt een “gewoonte”. Verwacht ook niet dat als je iets éénmaal gezegd hebt, dit ook meteen zal blijven “plakken”. Het ‘korte termijn’ -geheugen van mensen is heel wat minder performant dan men op het eerste zicht zou verwachten. Aan het einde van een 10 minuten durende presentatie is de restwaarde van de boodschap nog hooguit 35 procent. Een dag na de presentatie in kwestie is de restwaarde nog ongeveer 10 procent.
Een boodschap moet, alvorens te beklijven, minstens vijf keer worden herhaald. Herhalen zorgt ervoor dat de leerstof opgeslagen wordt in het langetermijngeheugen. Die opgeslagen informatie kan je dan beter gebruiken in nieuwe leersituaties


Conclusie

Veranderen zonder je hele brein te gebruiken is meestal vruchteloos. Voor verandering moet je het hele brein benutten: emotie en ratio, het bewuste en het onbewuste, je paardbrein en je mensbrein.

Onze diensten...

Gerelateerde artikels

Gerelateerde cases

Zin in meer?

We zijn héél flexibel, en houden van een uitdaging! Laat ons weten waar u naar op zoek bent en wij zoeken mee!

contacteer ons